Sranan Tongo wordt voornamelijk in het kustgebied van Suriname, Zuid Amerika, gesproken. Het is een mengtaal, ontstaan in de zeventiende eeuw als gevolg van de import van slaven uit West Afrika. Suriname werd in die tijd afwisselend overheerst door Groot-Brittannië en de Staat der Nederlanden. De talen van deze naties en ook die van de slavenhandelaren hadden belangrijke invloed op de ontwikkeling van het Sranan Tongo. In 1975 werd Suriname onafhankelijk van Nederland, maar de officiële taal van het land is nog altijd Nederlands. Dit is ook de taal van het onderwijs. In de media, vooral op televisie, wordt dikwijls Engels gebruikt, een taal met een hoge status. Het zijn voornamelijk deze twee talen die nu de ontwikkeling van Sranan Tongo beïnvloeden.

Bij het samenstellen van een woordenboek krijgt men direct te maken met de vraag of een bepaald woord in het woordenboek thuis hoort of niet. Suriname is een veeltalige samenleving en Surinamers lenen in hun dagelijkse conversatie voortdurend woorden uit andere talen. Ze lijken daar zelfs een bijzonder genoegen in te scheppen. Als gevolg daarvan is het niet altijd gemakkelijk vast te stellen of een woord in de taal is opgenomen of niet. De grens tussen Sranan Tongo en Surinaams Nederlands is soms moeilijk te bepalen.

Nog een probleem is de vraag hoe een woord geschreven moet worden. In deze blog hebben we getracht de officiële spelling voor Sranan Tongo te gebruiken die door de Surinaamse regering is aangenomen bij het Besluit van 15 juli 1986 no. 4501. In gesproken Sranan Tongo worden delen van woorden dikwijls weggelaten. Men zegt bijvoorbeeld gewoonlijk mi nak en in plaats van mi naki en ‘ik sloeg hem.’ De commissie die de spellingregels voor Sranan Tongo moest vast stellen, gaf als eerste grondregel dat woorden moesten worden geschreven zoals ze worden uitgesproken in de volledige vorm. Naki is dus de juiste spelling voor ‘sloeg.’

Er zijn echter enkele woorden waarvan de volledige vorm vrijwel nooit wordt gehoord, of alleen onder bijzondere omstandigheden. De officiële spelling staat toe om in speciale gevallen gebruik te maken van de apostrof om aan te geven dat een deel van het woord is weggelaten. Dit is bedoeld om schrijvers, en vooral dichters, de ruimte te geven hun kunstvaardigheid te beoefenen. Gepubliceerde woordenlijsten en andere geschreven teksten laten in een oogopslag zien dat de apostrof wordt gebruikt voor de normale uitspraak. Zo vinden we bijvoorbeeld in de woordenlijst die door de Stichting Volkslectuur is uitgegeven, at’oso in plaats van ati-oso ‘ziekenhuis.’ Omdat dit woordenboek vooral bedoeld is voor mensen die de taal willen leren, en omdat Sranan Tongo in de eerste plaats een gesproken taal is en niet een geschreven taal, is het trefwoord geschreven in de vorm waarin men die als regel te horen krijgt. In enkele gevallen is er een nuanceverschil tussen de volledige vorm van een woord en de verkorte vorm, zoals bij mu, mus en musu. In gevallen waarbij de verkorte vorm de voorkeur lijkt te hebben of waar verschil in betekenis bestaat, werden alle vormen opgenomen.

Een gelijksoortig probleem doet zich voor bij samengestelde woorden. De spellingcommissie adviseerde de combinaties van woorden aaneen te schrijven als het samengestelde woord een andere functie of betekenis heeft dan de los geschreven woorden. De woorden ala dei betekenen bijvoorbeeld ‘elke dag’ en worden los van elkaar geschreven. Maar aladei betekent ‘alledaags’ en wordt daarom aan elkaar geschreven. Het feit doet zich voor dat de taal waarin al het onderwijs in Suriname wordt gegeven, Nederlands, veel samengestelde woorden kent. Als gevolg daarvan schrijven veel goed opgeleide Surinamers woorden aan elkaar als samengestelde woorden. (Bijv. wansma ‘iemand,’ bromkisiri ‘bloemenzaad,’ agumeti ‘varkensvlees’). Deze en vele dergelijke woorden kunnen volgens de aanbeveling van de spellingcommissie los geschreven worden (wan sma, bromki siri, agu meti). 4 Sranan Tongo – Nederlands Woordenboek

Zelfs de naam van de taal zien we op twee manieren gespeld: Sranantongo en Sranan Tongo. Wie Sranan Tongo leest, zal zeker tegenstrijdigheden vinden in de grote hoeveelheid teksten die beschikbaar zijn.

Men hoopte dat door het installeren van een spellingcommissie in 1984 en de aanname door de Surinaamse regering van de spelling in juli 1986 een einde zou komen aan de verwarring die toen heerste rond de juiste spelling van het Sranan Tongo. De aanbeveling van de commissie was dat de regering de spelling bekend zou maken bij alle belanghebbende instanties. En verder dat er een commissie zou komen die de definitieve woordenlijst zou samenstellen met de correcte spelling van de woorden in het Sranan Tongo. Helaas zijn deze aanbevelingen nooit overgenomen en is de verwarring over de spelling nog net zo groot als voorheen. We kunnen slechts hopen dat geïnteresseerden ooit eens bij elkaar zullen komen om het werk af te maken dat jaren geleden werd begonnen. 

Er staan drie soorten trefwoorden in het woordenboek: hoofdtrefwoorden, subtrefwoorden en verwijzende trefwoorden. Onder een hoofdtrefwoord vindt men alle informatie over dat woord. Subtrefwoorden staan onder hoofdtrefwoorden en bevatten combinaties van woorden met het hoofdtrefwoord zoals uitdrukkingen. Verwijzende trefwoorden zijn afgekort en verwijzen de lezer naar een ander trefwoord waar meer informatie te vinden is.

Hoofdtrefwoord
Dit staat vet gedrukt. In sommige gevallen is de uitspraak niet op te maken uit de geschreven vorm. (Zie de ‘regels voor de uitspraak’ hieronder.) In zulke gevallen wordt het hoofdtrefwoord gevolgd door een aanwijzing over de uitspraak, bijv. bongo ['boŋ go] of golu ['xo lu]. Soms wordt een hoofdtrefwoord gevolgd door een verlaagd nummer. Dit duidt aan dat er een homoniem is (d.w.z. een ander woord dat op dezelfde manier wordt gespeld en uitgesproken.) Zo is er het woord lobi dat ‘liefde’ betekent en ook lobi dat ‘wrijven’ betekent. Omdat de betekenissen niets met elkaar te maken hebben, worden deze woorden als homoniemen lobi1 en lobi2 vermeld. 

Subtrefwoorden
Dikwijls krijgt het trefwoord in combinatie met bepaalde andere woorden een heel eigen betekenis, of de hele uitdrukking heeft een bepaalde betekenis. Deze woorden staan vet gedrukt in combinatie met een herhaling van het trefwoord. 

Verwijzende trefwoorden
De verschillende verwijzingen maken de lezer attent op woorden waarvan de betekenis samenhangt met die van het trefwoord. Deze omvatten: afwijkende vormen (bijv. dyonsro en dyonsno ‘spoedig’), antoniemen (tegenstellingen zoals faya ‘heet’ en kowru ‘koud’), synoniemen (woorden van gelijke betekenis zoals owru ‘oud’ en grani ‘bejaard’), vrouwelijk en mannelijk (bijv. de mannelijk tegenhanger van kaw ‘koe’ is bulu ‘stier’), en algemeen tegenover specifiek (bijv. kloru ‘kleur’ is algemeen tegenover het specifieke redi ‘rood’, blaw ‘blauw’ of geri ‘geel’). Als een woord deel uitmaakt van een woordpaar, wordt ook de tegenhanger genoemd (bijv. peiri ‘pijl’ en bo ‘boog’). Dan is er nog het woord ZIE, dat de gebruiker verwijst naar woorden waarvan de betekenis samenhangt met die van het trefwoord zonder te passen in een van de bovengenoemde categorieën. Tenslotte kan er verwezen worden naar een lijst van woorden waarvan de betekenissen met elkaar verwant zijn. 

Spelling
De uitspraak van klinkers en medeklinkers in Sranan Tongo is tamelijk eenvoudig. De uitspraak van de klinkers a, e, i, o en u is gelijk aan die van het Spaans. Er zijn nog twee klinkers, è en ò. Deze komen voor in woorden die kort geleden in de taal zijn opgenomen. Er zijn zes tweeklanken: ai, aw, ei, èi, oi, en ow. Ook komen er nog twee klinkercombinaties voor: ew en ui. Deze lijken op tweeklanken, maar worden uitgesproken als twee opeenvolgende klinkers. De medeklinkers worden geschreven met de letters b, d, f, g, h, k, l, m, n, p, r, s, t, w en y. Er zijn vijf lettercombinaties die elk één klank weergeven: dy, ng, ny, sy en ty, waarbij de y als j wordt uitgesproken. Zie de ‘regels voor de uitspraak’ hieronder. Woorden bestaan uit één of meer lettergrepen. De meeste lettergrepen worden gevormd door één of meer medeklinkers gevolgd door een klinker of een tweeklank zoals in go ‘gaan’, bow ‘bouwen’ of krei ‘huilen’. De laatste letter van een lettergreep is soms een m of een n, zoals in tompu ‘stomp’ of kundu ‘bult’, en minder vaak een andere medeklinker zoals in kapelka ‘vlinder’, marbonsu ‘bepaald soort wesp’, of maspasi ‘onafhankelijkheid’. Meestal valt de klemtoon op de voorlaatste lettergreep, behalve als de laatste lettergreep op een nasale medeklinker eindigt. Dan valt de klemtoon op de laatste lettergreep. Men hoort bij normaal spraakgebruik dikwijls verlengde klinkers of medeklinkers. Deze zijn meestal het gevolg van een weggelaten klinker of van een samenvloeien met de volgende klinker. Er zijn slechts enkele gevallen waarbij een verlengde klinker niet het gevolg is van het weglaten van een klinker. Deze worden in de spelling weergegeven door een accent circumflex, zoals in pôti ‘arm’. Een weggelaten klinker wordt aangeduid door een apostrof, bijvoorbeeld in m’ma van mama ‘moeder’. Als in samengestelde woorden twee klinkers op elkaar volgen, wordt gewoonlijk de eerste klinker weggelaten en is de tweede enigszins verlengd. Voorbeeld: bere ‘maag’ en ati ‘pijn’ vormen samen ber’ati ‘maagpijn’.

Alleen als de uitspraak niet zomaar duidelijk is door de spelling wordt het trefwoord gevolgd door een fonetische weergave. De lettergrepen worden gescheiden door spaties. De beklemtoonde lettergreep wordt vooraf gegaan door een apostrof ('). Een verlengde klinker of medeklinker wordt gevolgd door een verhoogde punt, bijvoorbeeld: ed’ati [ed 'a· ti], of: mamanten ['m·an teŋ]. De lettercombinaties ng en ny komen gewoonlijk aan het begin van een lettergreep, zoals in nanga ['na ŋa] ‘en, met’ en nyan [nʸaŋ] ‘eten’. In enkele gevallen wordt ng geschreven als er een n aan het eind van een lettergreep komt en de g klank aan het begin van de volgende lettergreep. Zo wordt het woord tongo ‘tong, taal’ uitgesproken als ['to ŋo], maar bongo ‘een soort drum’ als ['boŋ go]. Om letterverdubbeling te voorkomen heeft de spellingcommissie ervoor gekozen in de schrijfwijze dit verschil niet weer te geven. De medeklinkers k en g worden soms uitgesproken als [tʃ] en [dʒ] als ze voorafgaan aan i of e. Zo worden bijvoorbeeld gi ‘geven’ en geri ‘geel’ soms uitgesproken als ['dʒi] en ['dʒe ři]. Op dezelfde manier wordt triki ‘truc’ soms uitgesproken als ['tři tʃi]. Om consequent te blijven heeft de commissie voorgesteld dat deze woorden met k en g worden geschreven. Er zijn enkele woorden die beginnen met [tʃ] of [dʒ] gevolgd door i of e, zoals dyindya, dyeme en tyen, die nooit worden uitgesproken met een g of k. Deze woorden worden geschreven zoals ze altijd worden uitgesproken. In enkele gevallen Sranan Tongo – Nederlands Woordenboek 7 wordt de s wel eens uitgesproken als [ʃ] voor i of e. Zo wordt si ‘zien’ soms als [ʃi] uitgesproken en swen ‘zwemmen’ soms als [ʃweŋ].

In Nederland zijn er enkele bedrijven die zich inzetten om kennis over de Surinaamse taal te verspreiden. Dit zijn Stimofo Strips en Pikin fu Gado. Bekijk ook eens hun pagina.

Wilt u het hele stuk lezen? Download dan hier het bestand van Wortubuku fu Sranan Tongo. 

Comments (1)

    • Sarah Nooitmeer
    • 2025-04-06 19:49:56
    Wow. Wat leuk dat jullie dit doen. Surinaamse cultuur moet behouden blijven voor de jonge generatie. Gran Tangi dat jullie je inzetten voor dit.

New comment

You are replying to a comment

Product toegevoegd om te vergelijken.